Bijdrage tot de historische ecologie van de Limburgse Kempen (1910-1950)
Samenvatting
Sinds 1 januari 2013 is het tijdloze werk ‘Bijdrage tot de historische ecologie van de Limburgse Kempen (1910-1950)’ van Joël Burny weer in een beperkte oplage verkrijgbaar.
Het boek is een samenvatting van een grote reeks gesprekken die met 96 oudere inwoners in de Belgisch-Limburgse Kempen zijn gevoerd. Deze gesprekken gingen over het traditionele gebruik van heiden en beekdalgraslanden, waardoor er een beeld is ontstaan van het functioneren van het landschap in het begin van de 20e eeuw. Dit is de periode vóór de mechanisatie van de landbouw en vóór het grootschalige gebruik van stikstofrijke mest.
Uit de gesprekken zijn details over het historische gebruik van het landschap bekend geworden die anders verloren gegaan zouden zijn. Het gaat om werkzaamheden van boeren in de eerste helft van de 20e eeuw met betrekking tot waterlopen, beekdalgraslanden, vloeiweiden, droge en vochtige heiden en visvijvers.
Voorbeelden hiervan zijn plaggen steken, bijen houden, het weiden van koeien en schapen in de heide, het onderhout van houtwallen, het gebruik van akkerland, het steken van turf en visteelt.
De kennis die hierbij is opgedaan biedt kansen om het beheer voor deze verlaten landbouwgronden opnieuw op te zetten. Daarnaast is het boek een getuige van de levenswijze van de vorige generatie bewoners van de Belgisch-Limburgse Kempen.
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
Het hoog
1. Brongebieden en vennen
1.1. Vis in de vennen
1.2. Het vee en de vennen
1.2.1. Koeien
1.2.2. Schapen
1.3. Fauna van de vennen
1.4. Zwemmen in de vennen
2. Vochtige heide
2.1. Brandzoden steken
2.2. Vegetatie waarin zoden gestoken werden
2.3. Herstel van de vegetatie na het steken van zoden
2.4. Gebruik van brandzoden
2.5. Plaatsen waar brandzoden gestoken werden
2.6. Uitvallen van de praktijk
2.7. Andere zoden
3. Droge heide
3.1. Stuivende duinen
3.2. Afgraven van duinen
3.3. Aspecten van de plantengroei in de droge heide
3.3.1. Jeneverbes
3.3.2. Opvallend schrale heide
3.3.3. Spontane opslag van heide na rooien van een dennenbos
3.3.4. Spontane uitbreiding van dennenbos ten koste van droge heide
3.4. Branden
3.5. Heide kappen
3.5.1. Halen van heidetwijgen, werkwijze, bestemming
3.5.2. Ander gebruik van heidetwijgen
3.5.3. Plaatsen waar hei gekapt werd
3.6. Heide maaien
3.7. Bijen houden
3.8. Koeien in de heide
3.8.1. Dagritme, met voorbeelden
3.8.2. Horzels en dazen
3.8.3. Milieu, vegetatie en gebruik van enkele veedriften
3.9. Schapen
3.9.1. De activiteit, kort samengevat
3.9.2. Schaapskuddes en schaapherders
3.9.3. Milieu’s waarin de schapen gedreven werden
3.9.4. Een schaapshut
3.10. Fauna van de heide
3.10.1. Korhoen
3.10.2. Kraanvogel
3.10.3. Slangen
3.10.4. Opvallende soorten uit enkele gebieden
4. Dennenbos
4.1. Enkele producten van het dennenbos
4.1.1. Strooisel
4.1.2. Dood hout, groen hout en dennenkegels
4.1.3. Posten
4.1.4. Miereneieren
4.2. Ontginning van dennenbos tot akker
4.3. Vee in het bos
5. Bodem en waterhuishouding
5.1. Het grondwaterpeil
5.2. De wegen ’s winters
5.3. Zomerdroogte van grasland op het hoog
5.4. Harde bank in de bodem
5.5. Leem en zand
6. Kuilen
7. Houtkanten
7.1. Beschrijving en functie
7.2. Plantengroei van de houtwallen en gebruik ervan
7.3. Afbraak van houtwallen
7.4. Fauna van de houtwallen
8. Wegen als weide voor het vee
9. Het akkerland
9.1. De akkerrand en het gebruik ervan
9.2. Meststoffen
9.2.1. Stalmest
9.2.2. Stadsvuil
9.2.3. Groenbemesters, ook veevoeder
9.3. De akkers als weidegrond, voedergewassen
9.4. Bijzondere teelten: oliehoudende planten en vezelgewassen
9.5. Fauna van de akkers
9.6. Ontginningen tot akkerland of tot weiland
Hoofdstuk 2
Het beekdal
1. Beken
1.1. Water in de beek en beekloop
1.2. Reinigen
1.3. Beekoever en bouwwerken in de beek
1.3.1. Oever
1.3.2. Dam
1.3.3. Sluis
1.3.4. Aquaduct en duiker
1.3.5. Brug
1.4. Gebruik van het beek- en bronwater, behalve voor bevloeiing
1.5. Fauna
1.5.1. Vis
1.5.2. Otter
1.5.3. Andere dieren
2. Niet bevloeid grasland
2.1. Naam, functie
2.2. Water in de beemden
2.2.1. Bronnen
2.2.2. Rivierbroeken
2.2.3. Winterse overstromingen in beekvalleien
2.3. Ontwateren
2.4. Bemesten
2.4.1. Beemdmest
2.4.2. Stalmest
2.4.3. Kunstmest
2.5. Hooien
2.6. Vee op het grasland
2.7. Plaatsen die nabeweiding kenden
2.8. Kwaliteit van het hooi, verschillen in plantengroei
2.9. Zoden steken
2.10.Veen, turfsteken
2.10.1. Veen
2.10.2. Turfsteken
2.10.3. Na het turfsteken
2.10.4. Veenbrand
2.11. Plaatsen waar turf gestoken is
2.12. Uitvallen van gebruik en onderhoud van de beemden
2.13. Hout op perceelsgrenzen
2.14. Fauna
2.14.1. Vogels
2.14.2. Zoogdieren
2.14.3. Amfibieën en reptielen
2.14.4. Vis
3. Elzenbroek
4. Bevloeid grasland
4.1. Weteren: betekenis en omvang
4.2. Functie, namen
4.3. Inrichting
4.3.1. Bevloeien met water in beweging
4.3.1.1. Beddenbouw
4.3.1.2. Hangbouw
4.3.1.3. Combinatie hangbouw en beddenbouw
4.3.2. Bevloeien door inzijging
4.4. Bodems waarop bevloeid werd
4.5. Herkomst van het water
4.6. Werking
4.6.1. Stuwen van het water
4.6.2. Start van een reeks bevloeiingsbeurten
4.6.2.1. Op veen
4.6.2.2. Op zand
4.6.3. Beweging van het water tijdens het bevloeien
4.6.4. Seizoen
4.6.5. Bevloeid grasland bij vorst
4.6.5.1. Op veen
4.6.5.2. Op zand of op zandleem
4.6.6. Duur van een beurt, met voorbeelden
4.7. Effect van de bevloeiing, met voorbeelden
4.8. Plaatsen die bevloeid werden
4.8.1. Bevloeiing met lokaal water, met water uit beken en rivieren
4.8.1.1. Bevloeiing met oppervlakkig afstromend water
4.8.1.2. Bevloeiing met bronwater
4.8.1.3. Bevloeiing uit beken
4.8.1.4. Bevloeiing uit kleine rivieren
4.8.2. Bevloeiing met stadswater
4.9. Vee op bevloeid grasland
4.10.Aanleg
4.11. Onderhoud
4.12. Uitvallen van de bevloeiing van grasland
5. Visvijvers
5.1. Dijk
5.2. Bodem
5.3. Plantengroei en gebruik ervan
5.4. Fauna
5.5. Haverteelt
5.6. Visteelt
5.6.1. Kweek van Karper
5.6.2. Karper: teeltplan, productie
5.6.3. Activiteit in enkele Genker vijvers
5.6.4. Veranderingen in de teeltmethode
5.6.5. Zuurstof
5.6.6. Zwemmen, ijspret
5.6.7. Oogsten van de vis
5.6.8. Transport en bestemming van de vis
5.6.9. Duur van een huurcontract
5.7. Vee in de vijvers
5.8. Wijziging van bestemming van vijvers
Hoofdstuk 3
Bevloeiing van grasland in tijd en ruimte
1. Inleiding
2. Effecten van irrigatie
3. Irrigatie in breder perspectief
4. Toponymische aanwijzingen voor bevloeiing van grasland in de Limburgse Kempen en problemen die zich daarbij voordoen
4.1. Plaatsnamen van het type “waterbeemd”
4.2. Naamgeving door de zegslui
4.3. Andere namen voor bevloeide percelen
4.4. Een eerste besluit
4.5. Meer problemen
5. Verband tussen de pre-industriële waterbeemden in de Kempen en de grootschalige negentiende-eeuwse bevloeiingen met kanaalwater
5.1. Het probleem
5.2. Aanwijzingen uit de literatuur voor het bestaan van irrigaties in de Kempen voor het midden van de negentiende eeuw
5.3. Belgische en buitenlandse documenten uit de jaren 1835 tot 1855
5.3.1. Teksten met lokaliseerbare informatie voor de Kempen (1835-1850)
5.3.2. Teksten van buitenlandse oorsprong over de aanleg van irrigaties
5.3.3. Meer teksten over bevloeiingen in België (1850-1855)
5.4. De oplossing
5.4.1. De sleutel
5.4.2. Pre-industriële irrigatie in de literatuur op het einde van de negentiende en in de loop van de twintigste eeuw
6. Milieus waarin waterbeemden werden aangelegd
6.1. Inleiding
6.2. Op minerale bodem
6.3. Op veenmoeras
7. Invloed van irrigatie op bodem en vegetatie in de Ardennen: drie gevallen
7.1. Een pedologisch criterium dat toelaat voormalige irrigaties aan te wijzen
7.2. Herfsttijloos- Colchicum autumnale
7.3. Bergvenkel – Meum athamanticum
8. Wisselbouw vloeiweide/akker in het Zwitserse Mittelland in de zestiende en de zeventiende eeuw
9. Een kort overzicht van pre-industriële bevloeiing in andere landen van de gematigde zones van Europa, benoorden de Alpen
9.1. Groot-Brittannië
9.2. niet-mediterraan Frankrijk
9.3. Nederland
9.4. Duitsland
9.5. het Zwitserse Mittelland
9.6. Denemarken
9.7. Noorwegen
9.8. Zweden, Finland, IJsland, Groenland.
10. Een besluit
Bronnen
1. De ondervraagde personen
2. Geschreven bronnen
2.1. Boeken, tijdschriftartikels, fotobundels, verhandelingen, kaarten buiten reeks en manuscripten
2.2. Kaarten
2.2.1. Topografische kaarten
a. Stafkaarten op schaal 1:40.000
b. Stafkaarten op schaal 1:20.000, kleuruitgave
c. Stafkaarten op schaal 1:25.000, kleuruitgave
d. Topografische kaarten op schaal 1:50.000
2.2.2. Bladen van de bodemkaart van België
2.2.3. Bladen van de Ferrariskaart, van de Atlas van België en van de Vegetatiekaart van België
3. Openbare bibliotheken en instellingen waar de geschreven bronnen zijn geraadpleegd
Bijlage 1
Oorsprong van de illustraties
Bijlage 2
Namen
A. Planten
B. Dieren
Colofon
Uitgave van Stichting Natuur publicaties Limburg van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg (Nederland)
in samenwerking met de Limburgse Koepel voor Natuurstudie (België)
2e ongewijzigde druk, januari 2013
Copyright Stichting Natuurpublicaties Limburg, 1999
Copyright tekst en kaarten bevloeiingen Joël Burny
ISBN 978-90-74508-21-6
Bestelinformatie
Prijzen
De verkoopprijs is voor
- leden: € 16,00
- niet-leden: € 20,00
De verzendkosten bedragen voor Nederland € 8,00 en voor het buitenland € 10,00.
Bestellen
U kunt op één van de volgende manieren onze publicaties bestellen:
-
Alle uitgaven zijn te bestellen via het Publicatiebureau door het vermelde bedrag (inclusief verzendkosten) over te maken op: NL 31 INGB 0000 429851 (buitenlandse betalingen: BIC INGBNL2A) ten name van het Publicatiebureau Natuurhistorisch Genootschap te Roermond.
Vermeld bij omschrijving de gewenste publicatie en daarnaast uw adres, postcode en woonplaats.
-
De uitgaven zijn ook te koop op ons kantoor (na telefonische bestelling) in het GroenHuis. U betaalt dan geen portokosten.
het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg
Kapellerpoort 1
6041 HZ Roermondtel. 0475-386470 of 06-22188175
(tijdens kantooruren)
-
De uitgaven zijn ook te koop tijdens kantooruren bij het Natuurhistorisch Museum Maastricht. U betaalt dan geen portokosten.
Adres van het Natuurhistorisch Museum
Natuurhistorisch Museum Maastricht
De Bosquetplein 7 Maastrichttel: 043-3505490
